Als kleine golfjes

Als kleine golfjes.

De kudde laat zich niet zien. Daarmee wordt zichtbaar hoe het is.
Nu. Bij aankomst. Het vraagt om aan mogen komen. Beweging.
Rondlopen. Verkennen. De warmte van een fijne kop thee.

Het is ook niet niks. Terugkeren van een ervaring die overspoelend was.
Onzichtbaar voor de buitenwereld. Veelal onbegrepen. Omdat er geen woorden te vinden zijn. Voor hoe het was. Van binnen. Hoe leg je zoiets uit?

De kudde komt in beeld. Dichterbij. Op een respectvolle afstand. Ze zijn er. Ze wachten. Krachtig.
Zonder haast of willen. Zonder moeten. Ze staan er.

Ze maakt zich los van de kudde en sluit bij ons aan. Aanwezig. Zacht. Lief. Geduldig. Het lijkt alsof ze haar eigen ding doet, maar als je beter kijkt, zie je dat ze aanwezig is. Werkelijk aanwezig. Nabij. Steady. Aanraak baar. Ze is er en blijft.
Zonder haast of willen. Zonder moeten. Ze staat er.

Overspoeling. Het leidt tot vechten of vluchten. Maar dat lukte niet. Vechten was niet mogelijk en vluchten kon niet. Dus besloot haar lichaam om niet meer te voelen. Haar hoofd nam het over. Het maakte de paniek niet minder.

Paniek die haar bekend is. In het leven. Te groots om te voelen. Haar lichaam kon het toen niet meer. Ging uit verbinding. Achterlatend de sensaties die haar werkelijke innerlijke verhaal vertellen. Haar lichaam die haar zo trouw was. Door te blijven functioneren. Maar ook haar lichaam kon niet meer. Raakte uitgeput. Verloor de signalen die onderhuids gingen.

En toen was daar opeens een nieuwe dreigende situatie die haar dwong om het alleen te doen. Afgesneden van nabijheid en de wereld om haar heen. Alleen met haar lichaam, dat zelf aan het vechten was om te overleven. Het wilde weer gezond worden. Overspoelend op momenten. Zoekend naar vertrouwen in elkaar. Het lukte niet en activeerde sensaties van toen. Beangstigend dichtbij. Opnieuw overspoelend. Het vroeg om houvast.

De paarden vormen samen een bedding. Een uitnodiging aan haar zintuigen. Haar lichaam sluit af en toe aan. Het uit haar geraaktheid in opwellende tranen. Heel eventjes. Als kleine golfjes spreekt zij haar vloeibare taal.
Een tweede paard sluit aan. Ze stemt af en past zich aan. Vanuit de verte komt ook het laatste paardje dichterbij. Heel langzaam, bijna onopgemerkt verschijnt hij. De zachtheid en rust die de paarden uitstralen ademt ruimte en tijd. Ze zien haar. Luisteren. Ze zijn nabij. Blijvend. En zo wordt er gedeeld en soms even niet. Er ontstaat een plek. Voor haar, een bedding waar ze terug kan komen bij zichzelf. Maar nu nog even niet. Er is tijd.

BiB  

Geef een reactie

%d